Recensie Voedselbos – Inspiratie voor ontwerp en beheer van Madelon Oostwoud

Nog maar een paar weken geleden schreef ik een recensie over ‘Praktisch handboek voedselbossen’ van Martin Crawford. Inmiddels ligt ‘Voedselbos – Inspiratie voor ontwerp en beheer’ van Madelon Oostwoud voor mijn neus. Je zou bijna denken dat voedselbossen een trend beginnen te worden in de Benelux! Is er plek voor meerdere boeken over voedselbossen in het Nederlands? Heb je aan een van de twee boeken genoeg of vullen ze elkaar aan? Hoe is de opbouw, inhoud en opmaak van dit boek over voedselbossen in België en Nederland? In deze recensie geef ik antwoord op die vragen.

Over de schrijver: Madelon Oostwoud

Madelon Oostwoud is ontwerper en tuin-auteur. Zij kweekt al jaren groenten, fruit en kruiden in de kleine tuin achter haar huis in Amsterdam. Ze heeft een voedselbos in Noord-Holland, geeft lezingen en workshops en schrijft voor tuintijdschriften. Madelon schreef eerder ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’ dat genomineerd werd voor de Jan Wolkers Boekenprijs 2016. Dat boek gaat vooral over vaste eetbare planten voor op een balkon, terras of kleine tuin met een hoop permacultuur erin. In onderstaand filmpje krijg je een aardig beeld van de inhoud van dat boek. Nu schreef ze ‘Voedselbos – Inspiratie voor ontwerp en beheer’ wat eind januari op de Bio-beurs in Zwolle is gepresenteerd.

Inhoud Voedselbos – Inspiratie voor ontwerp en beheer

Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken:

  1. Met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis
  2. Het land ‘lezen’
  3. Bodem en bodemleven
  4. Wilde planten
  5. Plannen op papier
  6. Aanleg en beheer
  7. Snoeien? Oogsten!
  8. Planten en dieren
  9. Wet- en regelgeving, begroting en ondernemingsplan

Daartussen zijn 18 voorbeeldprojecten opgenomen. Voedselbossen in Nederland en België die in een pagina of 5 worden beschreven. Met een plattegrond, interview en plantenlijst.

In de bijlagen vind je lijstjes met plantenfamilies, kwekers, ontwerpers enz. En alsof dat nog niet genoeg is krijg je er een aparte plantengids van 56 pagina’s bij met 250 eetbare vaste planten en kweekbare paddenstoelen.

Veel informatie, mooi vormgegeven, compleet

Dit boek over voedselbossen gaat erg breed en staat vol tips en praktische adviezen in de hoofdstukken en de kaders. De concepten worden steeds uitgelegd in mooie en duidelijke tekeningen. Het is net zo goed een boek over permacultuur en bevat ook hoofdstukken over bodem en bodemleven, het bewaren van oogst en zelfs financiën en regelgeving. Daardoor is het boek erg compleet. Het gaat niet alleen over voedselbossen, maar ook over alle aanverwante onderwerpen.

Links: illustratie van de jampottest om te testen welke grondsoort je hebt.
Rechts: bloesemboog met planten per bloeiperiode zodat er altijd voeding voor insecten is.

Doordat er gekozen is het onderwerp heel breed te behandelen, merkte ik bij het lezen wel dat sommige dingen wat versimpeld zijn. Zo las ik recent een heel boek over het bodemleven: ‘Het bodemvoedselweb, alle kleine beestjes helpen’. Als je na zo’n boek een zin leest als ‘Er zijn goede en slechte aaltjes. De goede eten de slechte aaltjes op’, komt dat wel erg simpel over. Maar aan de andere kant heeft niet iedereen zin en tijd om over elk deelonderwerp een boek te lezen. En de algehele gedachte erachter klopt wel en dat is vaak wat je in de praktijk in de tuin of je bos nodig hebt.

Voorbeeldprojecten laten diversiteit aan voedselbossen zien

Verspreid door het boek zijn 18 voorbeeldprojecten beschreven. Voedselbossen in Nederland en België die in een pagina of 5 worden beschreven. Met een plattegrond, interview en plantenlijst. En die voorbeelden van voedselbossen zijn erg inspirerend en divers! Zo hebben Marieke en Niels voor eigen consumptie een klein voedselbos ‘Den Boshof’ in bestaand bos in Vlaanderen gemaakt. Maar ook boer Gerrit die op de Friese klei notenbomen, asperges en artisjok in een commercieel ingericht voedselbos op Haerda State heeft. En La Ferme de Desnié in Wallonië waar ze op 9 hectare een fossielvrij boerenbedrijf probeert te realiseren. Klanten die op de fiets of te paard komen, krijgen korting.

Voorbeeldproject: La Ferme de Desnié

De voorbeelden van voedselbossen laten vooral zien dat er niet één weg naar Rome is en dat iedereen andere keuzes maakt. Het ene voedselbos is publiek, het andere privé. De een is groot de ander klein. Soms zijn ze onderdeel van een boerenbedrijf en soms zijn ze ideëel en werken ze met vrijwilligers. Juist die diversiteit aan voorbeelden en verrassende keuzes laten de lezer breed denken in kansen en mogelijkheden. Elk voedselbos is anders.

Veel jonge voedselbossen in Nederland en België

Wat me verder opvalt aan de voorbeeldprojecten is het hoge aantal recent aangeplante voedselbossen. Natuurlijk staan usual suspects als Samenland en Ketelbroek ook beschreven. Maar er staan ook kleine en grote voedselbossen bij die in 2018 geplant zijn of zelfs nog maar deels geplant zijn. Een net aangeplant voedselbos spreekt misschien minder tot de verbeelding. Ik heb het mijne ook in 2018 geplant. De eerste paar jaar is het niet veel meer dan een grasveldje met wat sprieten erin die hopelijk over 5 jaar een beetje op bomen beginnen te lijken en wat oogst begint op te leveren.

Maar het geeft wel aan steeds meer mensen op een andere manier naar het verbouwen van voedsel kijken en voedselbossen als oplossing zien. En als al die voedselbossen over een paar jaar ook rondleidingen gaan geven, hoeven we niet van heinde en verre naar Groesbeek of Sint-Truiden af te reizen om een voedselbos in het echt te zien en kunnen nog veel meer mensen kennismaken met deze manier van voedsel verbouwen die de natuur versterkt in plaats van uitput. Om het in marketingtermen te zeggen: Voedselbossen zijn de fase van innovators voorbij en komen nu in de fase van early adopters. En dat is een kantelpunt waarop de groei straks niet meer te stoppen is.

Plantengids voor het voedselbos (paperback)

Bij het boek zit dus ook een los boekje: Plantengids voor het voedselbos. Het telt 56 pagina’s en ruim 250 soorten. Het is ingedeeld in 9 categorieën: Bessen & kleinfruit, fruit- en notenbomen, overige bomen, eetbare bloemen, groenten, kruiden, uien, wilde planten en paddenstoelen. De planten zijn dus ingedeeld op primaire functie, niet op groeilaag zoals het boek beschrijft. Dat is een voordeel als je wilt ontwerpen vanuit functie. Maar een voedselbos wordt vaak in meerdere jaren aangeplant per groeilaag (eerst bomen en struiken, later de kruidlaag en bodembedekkers enz).

Bessen en kleinfruit uit de plantengids met eetbare vaste planten

Per plant vind je de Nederlandse, Engelse en Botanische naam (gebruik die om verwarring te voorkomen). Verder de plantenfamilie, standplaats, grond en lichtbehoefte en wat extra informatie. Een mooi vertrekpunt om snel een indruk te krijgen van de mogelijkheden aan vaste planten voor een voedselbos.

‘Voedselbos’ van Madelon Oostwoud versus ‘Praktisch handboek voedselbossen’ van Martin Crawford

Twee boeken over voedselbossen die zo kort na elkaar in het Nederlands uitkomen vragen natuurlijk om een vergelijking. Gelukkig zijn de boeken erg verschillend dus kan ik dat makkelijk doen.

  • ‘Voedselbos’ is een veel diverser en breder/completer boek. Het bevat meer inspiratie en praktische tips. En de voorbeeldprojecten brengen het tot leven en laten ook de diversiteit aan oplossingen en mogelijkheden zien. Het is ook iets meer een permacultuurboek dat vanuit permacultuurprincipes naar voedselbossen kijkt. Figuurlijk in de 9 hoofdstukken, maar ook letterlijk bij de voorbeeldprojecten.
  • Praktisch handboek voedselbossen’ gaat veel dieper in op het daadwerkelijke praktische ontwerpen van het voedselbos. In ‘Voedselbos’ is dat ontwerpen in feite 1 hoofdstuk van 14 pagina’s plus de plantengids van 56 pagina’s en adviezen verspreid door de rest van het boek. In ‘Praktisch handboek voedselbossen’ heb je 384 pagina’s over het ontwerpen van een voedselbos tot je beschikking. Maar Crawford is ook droger en technischer, met tabellen met de hoeveelheid stikstof per plant en ideale afstanden tussen bomen in percentages tot hun omtrek en schema’s met de stand van de zon per maand.

‘Voedselbos’ biedt de inspiratie, is toegankelijker en wellicht voor veel mensen ook een beter beginpunt. ‘Praktisch handboek voedselbossen’ is zwaardere kost voor wie een flink voedselbos wil ontwerpen. Je zou kunnen zeggen dat ‘Voedselbos’ een meer vrouwelijke kijk op voedselbossen geeft en ‘Praktisch handboek voedselbossen’ een mannelijke blik. Maar daar zijn vast niet alle lezers het mee eens 😉 Als je het geld en de tijd hebt, zou ik ze beide kopen en lezen. Voor nog geen €80 heb je dan alle informatie in huis om zelf aan de slag te gaan. Bij elk tuinontwerp worden fouten gemaakt, maar als je deze boeken hebt, zul jij er een paar minder maken. En daarmee heb je de €79,90 al snel terugverdiend. Moet je ze beide kopen? Ja.

Oordeel ‘Voedselbos’ – Madelon Oostwoud

Voordelen

  • Erg breed boek met veel informatie over voedselbossen én aanverwante onderwerpen
  • Toegankelijk geschreven
  • Mooie en duidelijke illustraties
  • Veel inspiratie vanuit 18 voorbeeldprojecten
  • Passend bij ons klimaat
  • Leuke lijstjes en praktische tips in kaders

Nadelen

  • Op sommige punten oppervlakkiger dan andere boeken
  • Plantengidsje heeft een andere indeling dan de negen in het boek beschreven groeilagen

Toen dit boek verscheen was ik sceptisch. Ik zag “Creating a Forest Garden, Working with Nature to Grow Edible Crops” van Martin Crawford (vertaald als ‘Praktisch handboek voedselbossen’) als hét standaardwerk over voedselbossen in een gematigd klimaat. Hoe schrijf je een boek dat daar nog wat aan toevoegt? Maar het is Madelon Oostwoud gelukt een boek over voedselbossen te schrijven dat door de permacultuur-blik, de brede scope, de praktische tips, leuke schrijfstijl en mooie illustraties zeker de moeite waard is voor iedereen die geïnspireerd is door voedselbossen en daar mee aan de slag wil.

Specificaties van het boek

  • Titel: Voedselbos – Inspiratie voor ontwerp en beheer
  • Auteur: Madelon Oostwoud
  • Gepubliceerd in: januari 2019
  • Uitgeverij: KNNV Uitgeverij
  • Aantal pagina’s: 224 (plus 56 pagina’s in de plantengids voor het voedselbos
  • ISBN-13: 9789050116534
  • Formaat: hardcover
Remi van Beekum

In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd. 

6 Reactie's
  • Annette
    Geplaatst op 17:44h, 16 februari Beantwoorden

    Mooie recensie, daar kan ik echt iets mee! Bedankt.

    • Remi van Beekum
      Geplaatst op 16:14h, 19 februari Beantwoorden

      Dank je wel!

  • Karel
    Geplaatst op 02:05h, 30 november Beantwoorden

    Mooie recensie maar inderdaad, jouw opvatting over wat typisch mannelijk en typisch vrouwelijk is, die zin kun je weglaten. Dat heeft niets te maken met het thema voedselbossen. Tenzij je een theorie hebt over mannelijke en vrouwelijke voedselbossen ;-).

  • Myriam Dings
    Geplaatst op 12:30h, 09 augustus Beantwoorden

    En wat met ” How to make a forest garden” van Patrick Whitefield?! dat heeft toch ook zijn waarde?!

    • Remi van Beekum
      Geplaatst op 14:25h, 11 augustus Beantwoorden

      Zeker. Allerlei boeken hebben waarde. Maar begin 2019 kwamen er 2 ongeveer tegelijk in het Nederlands uit. Dus het was interessant om beide te recenseren en ook een beetje te vergelijken.
      Dat neemt niet weg dat er allerlei andere interessante boeken zijn. Naar mijn weten is “How to make a forest garden” nog niet vertaald naar het Nederlands en ik merk dat veel mensen toch liever in het Nederlands lezen. “Creating a Forest Garden” van Crawford bestond al een aantal jaren en die heb ik zelf destijds ook in het Engels gelezen. Maar sinds er een vertaling is, is de informatie voor veel mensen toch toegankelijker.
      Zelf hoop ik dat iemand Gaia’s Garden van Toby Hemenway nog eens vertaald omdat ik dat er een goed boek over permacultuur vind.

      • Myriam Dings
        Geplaatst op 14:44h, 11 augustus Beantwoorden

        Inderdaad! Gaia’s garden is ook heel goed!
        Ik ben blij dat je het vermeldt, en dank ook voor je reactie in zijn geheel.
        Ik zag er wat tegenop om nóg een boek te kopen maar ik denk dat ik dus eigenlijk wel goed voorzien ben.
        Anderzijds snap ik wel de voorkeur voor Nederlandstalige boeken: het is toch altijd even zoeken om juist te weten over welke planten men het heeft.

Geef een reactie